22 september 1988
Enig gevoel voor symboliek kan de Hoogezandse kunstenaars Hilmar Schäfer en Wout Heinen niet ontzegd worden. de laatste gemeentelijke opdracht in het kader van de Beeldende Kunstenaars Regeling (BKR) gebruikten ze om een aantal markante maar tegelijkertijd bedreigde gebouwen te vereeuwigen. De BKR is ondertussen verdwenen, evenals twee van de door hen geschilderde gebouwen.
De benadering van beide kunstenaars verschilt sterk. Schäfer heeft getracht de sfeer vast te leggen die de gebouwen uitstralen, terwijl Heinen gekozen heeft voor strakke lijnen en heldere kleuren. Middels een wat hij noemt dramatisch lichteffect moet het bedreigde karakter van de gebouwen benadrukt worden.
Geschilderd zijn achtereenvolgens: de stationsgebouwen van Hoogezand en Kropswolde, het inmiddels verdwenen seinhuisje de gesloopte veenkoloniale bank, de borg Welgelegen met tuin,
de houtzagerij van Maathuis, en de museumwerf Wolthuis.
De schilderijen zijn binnenkort te bewonderen op de bovenverdieping van het gemeentehuis.
De in juli 1987 afgeschafte BKR regeling verschafte de kunstenaar een vast basisinkomen. In het kader van de rijksbezuinigingen werd de regeling afgeschaft, waardoor kunstenaars vaak slechts met moeite hun vak kunnen blijven uitoefenen. Ze moeten jacht maken op de beperkte hoeveelheid opdrachten die er boven de markt zweven.
"Het is net een loterij en de kans dat je iets wint is klein", zo typeert Schäfer de huidige situatie.
De acht schilderijen van Heinen en Schäfer zijn tijdens de openingsuren van het gemeentehuis te bezichtigen. Overdag is dat van 8.30 tot 12.00 en van 13.30 tot 17.00 uur. 's Avonds is het stadskantoor enkel in bijzondere gevallen geopend.
Het schilderij 3011 Scheepswerf Wolthuis is niet hetzelfde als het schilderij in het krantenartikel.
Mocht je in het bezit zijn van een van de genoemde werken in het artikel; de stationsgebouwen van Hoogezand en Kropswolde, het inmiddels verdwenen seinhuisje de gesloopte veenkoloniale bank, de borg Welgelegen met tuin, de houtzagerij van Maathuis, en dus de museumwerf Wolthuis, laat mij dit dan weten.