Hilmar Schäfer is als schilder autodidact. Hij laat zich inspireren door de wereld om hem heen. Het concrete onderwerp is zijn vertrekpunt.
Hij begon als fijnschilder. Het waren geen ambitieuze thema's die hij schilderde: een tinnen bord met een appel, oud speelgoed, fruit, bloemen, een keukendoek op een tafel. Nu schildert hij vooral Nederlandse en Franse landschappen en dorpsgezichten. De landschappen zijn concreet uitgewerkt. Ze kunnen bij wijze van spreken om de hoek van de deur liggen.
Schäfer heeft een voorkeur voor nuances van een aantal kleuren: geel, rood, wit en zwart. Kleur is belangrijker dan lijn. Atmosfeer is belangrijker dan perspectief.
Dat blijkt ook wanneer Schäfer dorpsgezichten schildert.
Hij werkt vooral met lichteffecten. De schilderijen zijn niet opvallend dramatisch en hebben geen politieke of maatschappelijke visie. Vanwege de compositie spreken ze de meesten van ons meteen aan.
Men krijgt de indruk dat evenwicht en vlakverdeling in de schilderijen de kunstenaar geen enkele moeite kosten.
Dit spontane effect verdoezelt de verdienste van Schäfer, want deze ogenschijnlijk simpele ambitie is wel degelijk een zware opgave.
Ook voor de buitenstaanders is waar te nemen dat de kunstenaar steeds bezig is met landschappen en dorpsgezichten. Ze zijn een onuitputtelijke inspiratiebron.
Als Schäfer aan een nieuwe serie begint, geeft hij eerst nauwkeurig weer wat hij ziet. Later worden delen weggelaten of toegevoegd waardoor de essentie naar voren komt.
Schäfer is een romantische kunstenaar. Zijn schilderijen stralen energie, licht en vreugde uit. Zijn wereld is er een van de natuur en het dorp waar rust heerst.
11 december 1991, Deka Wielenga